Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gedenk, Heere! [89]aan den smaad Uwer knechten, dien ik in mijn boezem draag, [van] [90]alle grote volken. 89. Versta dit van het smaden en spotten der vijanden, die het volk Gods in hunne ellende en bedroefden staat bespotten, belachenden hun godsdienst en hun vertrouwen op hun God. 90. Dat is, allerlei. Anders: van al de menigte der volken, te weten, die mij bespotten en onteren.